In hun onlangs gepresenteerde Klimaatwet vallen Klaver en Samsom opnieuw in de valkuil van de dubbele doelstelling. Wie klimaatverandering wil tegengaan richt zich op CO2-reductie. Logisch dus dat twee van de drie doelstellingen in het voorstel hierop betrekking hebben: 50% reductie in 2030; 95% minder CO2 in 2050. Maar waarom streeft de wet ook een derde doelstelling na, namelijk, dat het aandeel duurzame energie in 2050 100% moet zijn?

Duurzame energie draagt uiteraard bij aan CO2-reductie. Maar energiebesparing, CO2-opslag, elektrificering en verkleining van de veestapel doen dat ook. In mijn ogen is hernieuwbare energie één van de middelen om de gewenste CO2-reductie te bereiken. Andere opties die hetzelfde doel dienen zijn mogelijk goedkoper, hebben een kleiner ruimtebeslag of voorkomen kapitaalvernietiging. Door het beoogde middel als doelstelling voor te schrijven, zet dit voorstel het politieke debat op scherp, onze innovatiekracht buitenspel en de wet op losse schroeven.

Bovendien gaat van deze dubbele doelstelling een perverse prikkel uit. Eén van de belangrijkste instrumenten om CO2-reductie te bereiken is het Europese ‘Emmision Trade System’ (ETS), van waaruit bedrijven rechten kunnen kopen om CO2 te mogen uitstoten. De prijs van die rechten komt tot stand op basis van het aantal rechten in de markt en de totale CO2 ‘gebruiksruimte’: het volume dat we nog mogen uitstoten. Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien leidt het stimuleringsbeleid voor duurzame energie tot een grotere CO2 gebruiksruimte en daarmee tot een lagere prijs voor de uitstoot van CO2.

De opstellers van de wet zijn ongetwijfeld bekend met dit fenomeen en zullen willen inzetten op een beter werkend ETS.Maar dat is iets wat we al jaren roepen en onder druk van vele belangen in Europa niet voor elkaar krijgen. Beter is het om alle beleidsballen te zetten op CO2-reductie, zoals onder andere het RLi-advies voor het energiebeleid en de Energievisie van het kabinet bepleitte. Laat vervolgens het middel om daar te komen over aan markt en maatschappij.

Geplaatst in het FD op 1 oktober 2016