Ze werden gepresenteerd als de spannendste ooit, de verkiezingen van afgelopen week. Er stond, zo zei menig lijsttrekker, “heel wat op het spel”. De kiezer wikte en woog en trok met vele anderen naar de stembus. De uitslag kende zo goed als louter winnaars en werd alom bejubeld.

Vooral in het buitenland.

Inmiddels zijn we een week verder. De debatten zijn voorbij; praatprogramma’s keren terug naar hun oude format en Trump verschijnt weer op de voorpagina’s. Wat rest van die spannende, humorvolle verkiezingen is een wat chagrijnig gevoel. Want wat hebben we nu als kiezers voor elkaar gekregen?

Ik mis de visie, de grote beweging, het verlangen naar de zee. Nu het stof is neergedaald zien we wat we eigenlijk al wisten: de grootste gemene deler in het politieke speelveld is het hier en nu. Het nationalisme viert hoogtij. Bij de meeste politici houdt de wereld op bij de grenzen van Nederland. Het devies lijkt die wereld op afstand te houden in plaats van een relatie mee op te bouwen. En dan de tijdshorizon. Die reikt over het algemeen niet verder dan de komende 4 jaar. Visie en vergezichten zijn ver te zoeken. De enige partij die ik daar op kan betrappen valt waarschijnlijk buiten de coalitie.

Met de beperking tot het hier en nu, sluit de politiek aan bij wat mensen beweegt. Uit lijfsbehoud of om andere redenen uit lang vervlogen tijden, vinden de meeste mensen het hier en nu belangrijker dan het daar en straks. Liever nu een snoepje of een auto, dan straks meer welvaart en een goed milieu. Wij zijn geneigd om aan onszelf te denken, vóórdat we aan het belang van een ander toekomen en we wegen mogelijke gebeurtenissen op de korte termijn zwaarder dan zaken die verder in de toekomst liggen. Leiderschap heeft daarom te maken met visie op een gezamenlijk koers.

Niets menselijks is nu evenmin de politiek vreemd. En dat stemt droef. Men, oké: ík, wil me onderdeel voelen van een groter verhaal. Als individu in het hier en nu wil ik meegenomen worden in een collectief idee over het daar en straks. In een ‘Yes we can’, in moed, in passie of desnoods in een ethisch reveil. Dat mis ik. Een keuze voor nationalisme past namelijk niet bij mensen die een verantwoordelijkheid voelen voor anderen op deze planeet; past niet bij mensen die de noodzaak tot verandering voelen; past niet bij mensen die geloof en cultuur zien als bron voor een sterke samenleving en evenmin bij mensen die begrijpen dat het nú noodzakelijk is om duurzame keuzes te maken.

Beste onderhandelaars: mag er een vleugje Mandela in het coalitieakkoord?